Eerst hart, dan hoofd en handen ... ?
25 april, 2025
Bij de vele eeuwfeesten klonk ook de vraag: “Wat is er de komende 100 jaar nodig om te ontwikkelen en vernieuwen?” Vincent de Vries ging op zoek naar een antwoord.
Tekst: Vincent de Vries
Van de herdenking van Rudolf Steiners laatste openbare optreden echoën de laatste woorden in mij na: “Neemt het liefdeswoord van de wereldwil met vrucht in uw hoge doelen op”. De liefde staat hier centraal. Net zoals Rudolf Steiner de Grondsteenspreuk aanbood, om op te nemen in onze harten. Aan het eind klinkt eerst: “Wat wij vanuit onze harten grondvesten willen” en daarna pas: “Vanuit ons hoofd doelvervuld leiden willen”. Het hart, de liefde begint en weet de weg. In de spreuk Ecce homo begint ook het hart, dat het denken verwarmt.
In het hart weeft het voelen.
In het hoofd straalt het denken
In de leden werkt het willen.
Wevend in ’t stralen,
werkend in ’t weven,
stralend in ’t werken:
dat is de mens.
Hoe kunnen we ons hart meer laten spreken? Bijvoorbeeld door een dieper, wellicht meditatief beluisteren, wat er in ons hart leeft. Stil worden, opdat ook de geestelijke wereld en ons hoger ik in ons kunnen spreken. Dit spreken is vaak niet helder, maar kan in een ochtendmeditatie helderder worden. Ook kunnen we ons laten leiden door waar onze benen en handen ons brengen, bijvoorbeeld bij het kunstzinnig werken met krijt of boetseerwas. Ons hart leidt dan onze handen. Pas later realiseren we ons wat we gemaakt hebben en kunnen we het benoemen.
Eens spraken sterren tot mensen,
Hun verstommen is wereldlot.
Het beleven van deze verstomming
Kan leed zijn voor de aardemens.
Maar in de stomme stilte rijpt,
Wat mensen tot sterren spreken.
Het beleven van dit spreken
Kan tot kracht worden voor de geestesmens.
De sterren spraken en Steiner sprak overtuigend vanuit die sterrenwijsheid. De wijsheid en de spirit kwamen van boven en van buiten (en minder vanuit binnen en van beneden). Is het dan nu tijd dat mensen meer tot de sterren gaan spreken? Dat mensen hun eigen vondsten doen en eigen intuïties volgen? Dat mensen krachtig zoeken wat er in hen leeft en welke impulsen ieder mens heeft meegenomen naar de aarde toe? Welk zaad hebben wij meegenomen naar de aarde om tot wasdom te laten komen? Hoe doen we dat, hoe vinden we het?
Ik herinner me een sterk verlangen om mijn grondimpuls te vinden. En een diepe bevrediging, vrede en vertrouwen, toen ik het gevoel had dat ik goed op weg was. De weg is het doel. Kunnen we anderen uitnodigen om samen te beluisteren wat er ten diepste in ons leeft en geboren wil worden? Elk jaar dalen er in de donkere kerstnacht in ieder mens vonkjes licht, impulsen, lichtzaden neer vanuit de geestelijke wereld; vonkjes van vernieuwing in mijzelf, de wereld en de mensen. In de Heilige Nachten kunnen we die vonkjes verinnerlijken door aandachtig en verstild te leven. Gaandeweg het jaar kan dit zaad ontkiemen, groeien en bloeien, áls we er bewust ruimte voor maken en het verzorgen.
Stil worden
Voor mij is de zaterdagavond een heel geschikte avond om stil te staan en stil te worden, terug te blikken naar de afgelopen week en de zaden te oogsten door te voelen en te luisteren. Deze avond is een her-innering aan de oer-zaterdag, waarin het Christus-wezen in de aarde afdaalde, de zielen bevrijdde en begon met de aarde te doorgeestelijken. Was dit proces van doorgeestelijken veertig dagen later met Hemelvaart voltooid toen Christus de ethersfeer van de aarde als woonplaats nam? Deze ethersfeer doordringt de aarde geheel. Sindsdien woont Christus in elk van ons.
Wat mij betreft laten wij de exclusiviteit van antroposoof zijn na honderd jaar achter ons. Ik beschrijf mijzelf liever als meervoudig geïnspireerd mens, waarbij de inspiratie door het wezen Antroposofia voor mij heel wezenlijk is. Ik vermoed dat dit wezen elk mens inspireert. Dan is er een vloeiende overgang en geen binnen en buiten met een duidelijke grens tussen antroposoof zijn of niet. Ik kijk liever naar wat mij met anderen verbindt dan naar wat ons onderscheidt.
Er zijn mensen die de inspiratie van het wezen Antroposofia vooral diep in hun hart hebben opgenomen. Dat blijkt dan uit hoe ze met mensen, de natuur en de geestelijke wereld omgaan, ook al kunnen ze dit niet altijd mooi en verantwoord verwoorden. Laten we vertrouwen op het licht dat in ieder ontstoken is. Heb je aandacht voor het licht, dan groeit het. Heb je aandacht voor de verschillen, dan groeien die.
Werkgebieden
Ik zie de antroposofische beweging als een beweging met een geest, ziel en lichaam. “Er is geen materie zonder geest en geen geest zonder materie” zei Steiner kernachtig. Ik zie de antroposofische werkgebieden als het lichaam van de beweging. Laten we als vereniging ook hier inclusief zijn: de artsen, boeren, leraren, alle beroepsbeoefenaren met een antroposofische inspiratie horen erbij. Bovendien wordt in werkgebieden gewerkt aan ontwikkeling van nieuwe antroposofie. De handen zijn soms wijzer dan het hoofd. Al doende leert men.
De onderzoeksweg van Albert de Vries over de gelukte onverwacht handeling refereert hieraan. Werken in de landbouw doe je vaak vanuit de wijsheid van de handen, het lichaam. Dat is samenwerken met de natuurwezens en de engelen op concrete, aardse manier. Soms worden je handen of voeten geleid. Achteraf gaan we dan inzien wat we gedaan hebben. Lievegoed noemt deze weg de Rozenkruizersstroom in zijn boek Over de redding van de ziel. Het hoofd is volgend en niet leidend. Laten we ook deze weg serieus nemen en gelijkwaardig zien aan de weg vanuit het hoofd en de weg vanuit het hart. Laten we netwerken vormen.
Fenomenologie, als het waarnemen van de fenomenen en deze verinnerlijken, vormt een belangrijk hulpmiddel om al doende tot eigen inzichten te komen. Wanneer je in het werken een meditatief, luisterend moment inbouwt, waarin de geestelijke wereld tot je kan spreken, kom je tot eigen geestelijke inzichten.
Het lijkt mij zeer waardevol als wij de komende tijd verschillende wegen van fenomenologisch kijken bij elkaar brengen en naast elkaar leggen: Hoe werkt deze weg? Welke velden worden geopend? Wat zijn de voor- en nadelen van deze benadering? Wat zien en ervaren we als het wezen van fenomenologie? Hier zijn we in de werkgroep Werking van natuurwezens en engelen in de verschillende werkgebieden mee bezig.
De benadering wat mensen spreken tot de sterren zie ik als een bottom-up benadering: welk vuur brandt er in mij en welk vuur brandt er in jou? Dan komen we bij Emmaüs en dan komen we bij Pinksteren, het feest van de Heilige Geest in ieder mens. Het is Christus die deze hele weg van de Vaderwereld naar de het ontwaken en ontwikkelen van de Geest in ieder van ons liefdevol begeleidt en ons soms in een crisis brengt, opdat we de benodigde volgende stappen gaan maken.
Als we elkaar bevragen en beluisteren en met elkaar meelopen, dan kan ons innerlijk vuur krachtig gaan branden en met Pinksteren zich verbinden en voeden met het vuur van de Heilige Geest. Vuur is nodig voor vernieuwing. Vuur verast wat niet meer nodig is. Warmte verbindt en broedt uit.
Twee geestelijke wezens kunnen elkaar doordringen, deels samenvloeien, en toch eigen blijven. Hoe zou dit zijn met de Antroposofische Vereniging? Wat is dan nodig?
Voor contact over de werkgroep Werking van natuurwezens en engelen:
Gelukte onverwachte handeling
Er zijn momenten waarop je je in een onbegrepen situatie niet laat tegenhouden door irritatie, angst of twijfel, maar iets onverwachts doet dat positief werkt. Dan blijk je te kunnen aansluiten bij de ander met een spontane, intuïtieve handeling. Albert de Vries onderzocht welke succesfactoren bij die gelukte onverwachte handelingen een rol spelen. Via inlevend waarnemen, ontwerpend verkennen of reflecterend benoemen, kan je je de bij deze succesfactoren behorende vaardigheden eigen maken.
Zie ook: Albert de Vries, Thijs Schiphorst, ‘GOH!’ Onbegrepen gedrag. Bron van Creativiteit, www.academievoorervarendleren.nl
Dit artikel verscheen in Motief 292 van mei 2025