Hugo Verbrugh, 22 augustus 1937–4 december 2024
25 april, 2025
Hugo Verbrugh was de verpersoonlijking van een leven lang leren. Vanaf zijn kindertijd tot aan zijn dood was hij op zoek naar nieuwe kennis, inzichten en verhalen. Met grote creativiteit en tomeloze energie gebruikte hij deze om nieuwe verhalen te schrijven. Hij heeft tijdens zijn leven veel gepubliceerd. Zijn colleges, lezingen, boeken en columns waren erop gericht zijn publiek aan te zetten tot nadenken. Inspiratie haalde hij uit de boeken van Rudolf Steiner, andere filosofen, de Griekse Oudheid en de actualiteit. Filosofie speelde een belangrijke rol in zijn leven.
Geholpen door zijn leergierigheid doorliep hij gemakkelijk het gymnasium. In eerste instantie wilde hij journalist worden, dat leek hem goed te passen bij zijn passie: vreemde talen leren. Met een bandrecorder studeerde hij in zijn vrije tijd Spaans, Pools, Zweeds en Italiaans. Hij woonde een tijdje in Engeland om goed Engels te leren. Na zijn militaire diensttijd maakte hij toch een andere keuze: hij ging geneeskunde studeren, in Utrecht. Tijdens zijn coschappen werd hij verliefd op Joke, een jongere medestudente die vakantiewerk deed in het ziekenhuis. Toen hij stierf waren ze 59 jaar getrouwd.
Toen Hugo was afgestudeerd werd er een nieuwe universiteit opgericht in Rotterdam, met een medische faculteit. Hij zou er de rest van zijn leven werken. In eerste instantie was hij docent ziekteleer, maar hij kreeg steeds meer belangstelling voor filosofie en boog zijn werk om naar zijn interesse: hij ging filosofie doceren aan geneeskundestudenten. In 1978 promoveerde hij op het proefschrift Paradigma’s en begripsontwikkeling in de ziekteleer. Er volgden meerdere boeken en vele andere publicaties, waarin zijn creativiteit om zijn lezers te boeien steeds weer tot uitdrukking kwam.
Naast creativiteit had Hugo ook veel gevoel voor humor. Als zijn kinderen op jonge leeftijd meegingen naar zijn lezingen, begrepen ze lang niet alles van waarmee hij de zaal wist te boeien, maar het was wel duidelijk dat hij in iedere lezing het publiek een paar keer liet lachen. Hugo en Joke kregen zes kinderen en in de jaren zeventig was hij een vooruitstrevende vader. Hij had de antroposofie omarmd, de kinderen zaten op de vrijeschool en hij had columns in het antroposofische tijdschrift Jonas en in de NRC. Af en toe ging Joke op studiereis en dan zorgde Hugo voor de kinderen, waarvan sommige nog in de luiers. Zijn oudste zoon herinnert zich nog dat hij dat met heel veel energie en plezier deed.
Tijdens een van die reizen van Joke had hij er zo veel plezier in dat hij in zijn column in de NRC schreef over baby’s de fles geven, luiers verschonen en hoe leuk dat was. Dat leidde tot een heftige polemiek met een andere columnist, die het allemaal maar belachelijk vond dat een man dat deed. Het typeert Hugo dat hij veel plezier had in deze polemiek. En dat is maar een van de vele voorbeelden waarbij hij met zijn publicaties de discussie zocht over actuele maatschappelijke onderwerpen, vaak over alternatieve geneeswijzen.
Tijdens de ongeveer vijftig jaar dat hij aan de Erasmus Universiteit verbonden was, bestudeerde hij de relatie tussen de reguliere en niet-reguliere geneeskunde en kreeg hij steeds meer belangstelling voor reïncarnatie. Hugo zocht naar een wetenschappelijke benadering van reïncarnatie, maar hij kon het onderwerp ook luchtig houden door zijn gevoel voor humor. Het is geel, het kan vliegen en zingen en het komt steeds weer terug? Een reïnkanarie!
Hugo Verbrugh is door de poort van de dood gegaan, zou hij nu echt weten wat reïncarnatie is? In ieder geval missen wij hem als een lieve vader, grootvader, overgrootvader en zeer interessant en markant persoon!
Stefan Verbrugh
Foto: Hugo Verbrugh in 2012
Dit artikel verscheen in Motief 292 van mei 2025