Ontmoetingen in tijden van oorlog
03 oktober, 2025

“Je hele leven, wacht je op de gunstige tijd.
Dan openbaart de gunstige tijd zich
als ondernomen actie.”
Louise Glück
Een indrukwekkende internationale verzameling van mensen die zich richten op crisispedagogie in oorlogssituaties, ontmoette Tom Peetoom in Karlsruhe. Mede op grond van het verslag dat Maarten Verheyen en Francis van Maris van die bijeenkomst maakten, licht hij werkzame principes van de crisispedagogie toe.
Tekst: Tom Peetoom
Beeld: Monira Al Quadiri
In Berlijn bezocht ik het Jüdische Museum. Nu ik in deze stad was, van waaruit men “het fabriceren van lijken managede” – zoals Hannah Arendt dat in 1964 formuleerde – werd ik getroffen door de geschiedenis van het Joodse volk: pogroms, vluchten, emigreren, vermoord worden. In een grote zaal van het museum hingen volgeschreven banieren van het plafond tot aan de vloer. Bovenaan iedere banier stond een jaartal, te beginnen met 1933. De banieren waren beschreven met in wetten en regels vastgestelde verordeningen: “Het is een Joodse arts verboden niet-Joodse patiënten te behandelen, met uitzondering in situaties van …” Honderden gedetailleerde verordeningen in bureaucratische taal, jaar na jaar; in 1933 zou je er met een zekere onverschilligheid langs zijn gelopen. In datzelfde interview met Hannah Arendt in 1964 erkende zij dat ook, voor zichzelf. Systematisch werden de Joden door bureaucraten geïdentificeerd, buitengesloten, het leven onmogelijk gemaakt. En zoals we weten uiteindelijk vermoord. We weten ook uit mededelingen uit de esoterie dat zich in 1933 een afgrond opende. Hannah Arendt in 1964: “Dit had nooit mogen gebeuren … Wij [de mensheid] zullen hier nooit mee klaar komen.”
In het museum kocht ik een boekje van Carsten Schliwski: Geschichte des Staates Israel. Ik lees daarin over de geschiedenis van het Zionisme en het ontstaan van de staat Israël. Het is één lange lijdensweg van oorlogen, terroristische aanslagen en grensconflicten met alle omringende landen. Het is één lange worsteling met het dan weer wel integreren, het dan weer uitsluiten van de oorspronkelijke Arabische bevolking. Het is één voortdurend onderhandelingsproces over de status en bewapening van het nieuwe land. Dit duurt voort tot op de dag van vandaag. Uitzichtloos. We kennen ook de zwarte, duistere zijde van die naoorlogse geschiedenis: vergelding en wreedheid tegenover alles en iedereen die in dit proces de voet dwars zet. Alle middelen zijn geoorloofd, bestaande begrenzingen, wetten en verdragen doen er niet toe.
Die dagen in Berlijn riepen bij mij een gevoel van beklemming op.
Vervolgens bezocht ik ook drie musea van hedendaagse kunst. Daar zag ik de aanzetten voor de moderne, abstracte kunst die aan het begin van de twintigste eeuw in Duitsland ontstonden. Weer hetzelfde beeld: al vanaf 1920 werden vooral Joodse kunstenaars gedwarsboomd, later verbannen en sommigen uiteindelijk vermoord. Velen emigreerden. Systematisch is de moderne kunst in de kiem gesmoord. Kunstenaars weken vooral uit naar de VS. Daar kon de bakermat ontstaan voor de moderne abstracte kunst.
Van de hedendaagse Berlijnse kunstenaars maakte vooral Monira Al Quadiri indruk op mij. Op een breed scherm werd een perfect gefilmde video vertoond. Als een zeearend vloog ik over een zanderig, olieachtig kustgebied. In het zeewater, half aangespoeld en hoog liggend in het zand: scheepswrakken. Toen ik goed keek zag ik kleine figuren om en op een wrak bewegen. Sommige schepen vertoonden grote gaten, van anderen was de helft van de romp weggezaagd. Het waren beelden van een kustgebied waar een scheepskerkhof was ontstaan. Die figuren diep beneden ontmantelden de schepen. Zou het staal dat zij eraf sloopten nog zoveel waard zijn?
Deze video en andere eigentijdse Berlijnse kunst riep bij mij een gevoel van vervreemding op.
Een actiegerichte impuls
Tijdens de conferentie in Karlsruhe ervoer ik wat daar verscheen als een concreet antwoord op het huidige oorlogsgeweld en de destructie, die gevoelens van beklemming en vervreemding bij mensen wakker kunnen maken. Op steeds meer plekken ontstaan gewapende confrontaties, zonder uitzicht op vrede. Het wordt lastiger om de good guys van de bad guys te onderscheiden. Er hebben geweldige technologische ontwikkelingen plaatsgevonden en er zijn aardverschuivingen gaande op het politieke, sociale en economische vlak.
In de geestelijke wereld zijn in samenhang met deze gebeurtenissen natuurlijk ook de bakens verzet. In relatieve stilte is een actiegerichte impuls opgestaan. Kleine groepen mensen zijn in alle bescheidenheid volgens nieuwe principes gaan leven en werken. Het is een onderstroom. Aanvankelijk gedragen door therapeutische en meditatieve benaderingen die oosterse wijsheid en westerse ondernemingszin met elkaar integreren. Uit deze benaderingen is een mensbeeld ontstaan dat ruimte maakt voor de uiteenzetting met licht en duister, met goed en kwaad, zoals bijvoorbeeld Christine Gruwez dat heden ten dage representeert. Deze onderstroom herken ik in het Californië van eind jaren zestig van de vorige eeuw; niet alleen in de nieuwe jeugdcultuur (het verlangen naar vrijheid dat Bob Dylan en Joan Baez in liedteksten goten), maar ook in een ondernemer als Dee Hock, die met vernieuwende ideeën de corrupte wereld van de creditcard gezond wist te maken.
Deze mensen bekommeren zich niet om de uiterlijke strijd tussen goede en kwade machten, zoals die concreet in oorlogsgebieden te ervaren is. Zij beleven innerlijk, in het meest intieme en persoonlijke zijn, het toneel van deze strijd. Tegelijkertijd zijn zij actiegericht waar een acute nood speelt. Deze weg gaat men in groepen waarin een zodanige sfeer van warme veiligheid leeft, dat er ruimte ontstaat voor spel en het uitwisselen van de meer intieme persoonlijke ervaringen. Spelplezier is het verbindende. De voortrekkers leven met de inspanning en aandacht om zichzelf staande te houden tegenover de destructieve machten. Met het proeven van heling?
Ongeveer dertig jaar nu richt ik de blik op mensen en initiatieven die, gedragen door het wezen Antroposofia, handelend ingaan op een concrete nood. Deze blik doet een beroep op het persoonlijk oordeelsvermogen van ieder van ons. Dat is voor mij het bevrijdende: er is geen centrale ingewijde die nu op aarde rondwandelt en die soevereine uitspraken doet over de nieuwe onderstroom. Die autoriteit zijn wij zelf geworden. Deze stroom heeft een uitgesproken horizontaal karakter. Met die blikrichting verken, verhelder en ondersteun ik de werkzame principes, waarmee groepen mensen streven naar het goede doen, als antwoord op een actuele en concrete nood.
Een indrukwekkende internationale verzameling van mensen die met deze stroom is verbonden ontmoette ik aldus in Karlsruhe.
Crisispedagogie
De conferentie stond in het teken van de hulp aan kinderen die met een oorlogssituatie hebben te maken. De bijeenkomst bracht deelnemers uit 23 landen samen: pedagogen en leerkrachten uit het vrijeschoolonderwijs, artsen, therapeuten en traumadeskundigen. Dagelijks begonnen en eindigden we in Karlsruhe in een grote kring van vijftig tot tachtig deelnemers, in de buitenlucht, waar met klapoefeningen en zang een warm samenzijn ontstond tussen mensen van uiteenlopende culturele achtergronden. De werkvormen – zoals schilderen, toneel, zang, bewegingskunst en verbindend spel – zijn gericht op ritme, verbinding en verwerking van beangstigende ervaringen. Ze zijn ook in Nederland inzetbaar met kinderen die bijvoorbeeld een onveilige thuissituatie beleven. Het plezier van het samen spelen brengt weer glans in de ogen van de kinderen, een begin van heling, zo klonk het.
Tankred Stöbe, arts bij Artsen zonder Grenzen, confronteerde ons met morele dilemma’s uit conflictgebieden: ga je door in de operatiekamer met gevaar voor eigen leven, of trek je je terug om je team te beschermen? Zijn rauwe en levendige keuzen boden geen ruimte voor afstand. Een Colombiaanse arts met een sociologische achtergrond sprak over jongeren die na hun ziekenhuisopname vanwege steekwonden opnieuw terugglijden in het criminele milieu. Al honderd jaar wordt het land geteisterd door gewapende conflicten, tussen het staatsleger, illegale bendes en kleine legers. Mensen verdwijnen spoorloos. Het geweld trekt diepe sporen in de samenleving, ook bij de kinderen. In zijn werk probeert deze arts/socioloog met pedagogie en nabijheid die cirkel te doorbreken. Hij betrekt de familie van de slachtoffers, werkt aan hun leefomstandigheden en de mogelijkheden voor een studie. Trots laat hij een foto zien van twee jongens die hun schoolopleiding uiteindelijk hebben afgemaakt en nu een baan in de techniek hebben. Inmiddels is een team van honderdtien vrijwilligers opgeleid, onder andere in traumapsychologie.
Licht in tijden van oorlog
De Libanese Rim Mouawad – hoofd van een school – liet het belang van schoonheid zien met beelden van haar land Libanon met zijn eeuwenoude ceders, landschappen en dansende kinderen. Ze sprak zakelijk en nuchter over de oorlog, maar er bleef doorlopend licht, vreugde en hoop doorklinken in haar verhaal. Ze liet zich leiden door iets hogers. Later zei ze: “Zonder verbinding met dat hogere gaat het niet.” Ze vertelde hoe in 2024 duizenden gezinnen door de bombardementen beroofd zijn van hun veiligheid, rust en structuur. Kinderen werden uit hun bed gejaagd, leraren uit hun huizen. Families vluchtten naar de hoofdstad Beiroet zonder zekerheid, zonder toekomstplan. Wat doe je dan? Je kookt soep. Eerst vijf dagen per week, dat blijkt niet genoeg. Dan zeven dagen per week. Je organiseert een spel. Je vertelt een verhaal. Je schildert. In deze oorlog hebben leerkrachten ervaren wat het betekent om een veilige plek te bieden en te zijn. Ze boden onderdak, eten en – nog belangrijker – een ritme.
Maar de belangrijkste veilige plek is, zo benadrukten vele sprekers, de geborgenheid in de woordloze groep van het samen spelen. Kinderen kunnen hun angsten namelijk niet uitleggen in woorden, maar ze kunnen ze wel schilderen. Ze kunnen hun angsten uitademen. Ze kunnen ze bewegen of dansen. Rim Mouawad vertelt dat ze, als school, opnieuw leerden dat ritme heling brengt. Kunst brengt heling. Gemeenschap brengt heling. Trauma gaat vastzitten in het lichaam, tenzij het beweegt, gaat stromen en wordt gezien. Het vraagt moed om de kinderen te helpen spelen als hun wereld in puin ligt: licht brengen waar duisternis heerst. Helpen om het leven te laten doorgaan, waar zoveel onmacht wordt ervaren. De kracht van eenvoudige oefeningen – balspelen, kringoefeningen, samenzang – werd voelbaar voor mij door mee te doen en ervaringen met de groep uit te wisselen.
Elke avond in het Parzival-Zentrum eindigde zoals we begonnen waren, met zang en ritmisch klappen in de grote kring. Onze stemmen klonken als een roep van hoop, vertrouwen en bemoediging in de warme avondlucht. Het voelde als een gezamenlijke belofte om onze menselijkheid levend te houden en te bekrachtigen – juist daar waar die het meest wordt bedreigd.
Werkprincipes
Met enige schroom laat ik de werkzame principes oplichten uit de verhalen die in Karlsruhe klonken, teruggekeerd in het veilige Nederland.
Herbergzaamheid: Aan den lijve hebben we ervaren hoe spelplezier verbondenheid schept. In het spelplezier kan de bron zich openen om steviger, minder angstig, in de schoenen te staan. De verbondenheid – door het creëren van herbergzaamheid – bij het spelen maakt in de mens helende krachten vrij.
Mensbeeld van het hogere: De sprekers straalden stille bescheidenheid uit en raakten ontroerd als zij merkten hoe hun verhaal bij de luisteraars was geland. Zij leefden met een eenvoudig motto, dat innerlijke steun geeft. Bijvoorbeeld: “Wij vallen als mensen in slaap als het allemaal gladjes loopt.” Of het eerder geciteerde: “Zonder verbinding met dat hogere, gaat het niet.” Ik proefde bij ieder een zelfgemaakt mensbeeld, authentiek en doorleefd, zonder er een groot theoretisch verhaal van te maken.
Improviseren, helpende handen: Benadrukt werd dat je moet plannen, terwijl je drommels goed weet dat het in de chaos van de oorlog altijd weer anders loopt. Er is vertrouwen dat het uiteindelijk toch goed zal uitpakken. Zelf heb ik in de verhalen ervaren hoe in de beschreven crisissituaties onzichtbare helpende handen van buitenaf komen.
Uithouden: Alle sprekers vertelden met humor en toonden vooral uithoudingsvermogen voor de lange termijn. Een van hen zei: of ik doodga maakt eigenlijk niet uit, in die hogere wereld leef ik toch verder. Onverschrokkenheid zonder overmoed kan op enig moment een vrucht worden van een aanhoudende staat van wanhoop. Kunststuk is om de staat van wanhoop te verduren zonder daardoor innerlijk aangetast te worden. Daar ligt naar mijn ervaring een smal en breekbaar evenwichtspunt. Met een eenvoudig handgebaar toonde een man uit Argentinië: rond het hart is een veilig en sterk midden in mij.
Toekomst
Deze conferentie was méér dan een uitwisseling van kennis. Het was een oefening in luisteren, getuige zijn, en kiezen voor moed, verbondenheid en actie. Crisispedagogie blijkt geen methodiek alleen, maar een moreel en spiritueel werkzaam antwoord op lijden: een cultuur van het hart. We keerden terug naar huis met beelden, klanken en ontmoetingen die blijven resoneren. En met de overtuiging dat het mogelijk is om – juist te midden van duistere chaos – licht te brengen. Daarom zetten we in Nederland een team op. Voor Rim Mouawad is crisispedagogie een daad van verzet tegen de aanhoudende vernietiging van het menselijke.
Door de oplichtende vier werkprincipes - herbergzaamheid, mensbeeld van het hogere, improviseren (helpende handen) en uithouden - te leven, verbinden we ons met de voedende moedskrachten die Michaël doet toestromen. Als een mogelijk antwoord op de afgrond die zich in 1933 heeft geopend. ||
Contactpersoon team Nederland: Marije Kuijt,
Afbeelding: Monira Al Quadiri – Oh Body of Mine (video-still)
Dit artikel verscheen in Motief 296 van oktober 2025
