Vereniging voor Vrije Opvoedkunst: Mensen zien vanuit de pedagogie
23 mei, 2025
Bijna een eeuw schrijft Vrije Opvoedkunst over pedagogie vanuit haar doelstelling: “Het verbreiden en bewaken van de pedagogie volgens de gezichtspunten van Rudolf Steiner.” Inmiddels zijn er ruim 6000 artikelen verschenen in het blad die ook te raadplegen zijn in het digitale archief op hun website www.vrijeopvoedkunst.nl.
Tekst: Rob Tuk, Geraldina Metselaar, Anne van Ginkel
Beeld: VOK
In de rubriek Natuurlijk ben je een vrijeschoolkind vragen we jonge mensen die net of nog net niet hun vrijeschoolopleiding hebben afgerond naar hun ervaringen. “Ze blijven fascineren die zeventienjarigen,” schrijft Geraldina Metselaar nadat ze bijna 200 jongeren interviewde. “Waar de ene trappelend op de springplank naar volwassenheid klaar is voor de volgende sprong, blijft de ander nog maar wat graag op de bank hangen.” Hiernaast een gedeelte uit een artikel van haar.
Jongeren zijn uiterst loyaal naar hun vader en moeder. Want als ik ze vraag wat ze niet bewonderen in hun ouders, valt op (stief)vader of (stief)moeder nauwelijks iets op te merken. Ze doen het goed! Wat heel erg wordt gewaardeerd door de jongvolwassenen is als ouders hun kinderen vrijlaten, vertrouwen hebben, maar tegelijk honderd procent klaarstaan voor als het bijvoorbeeld op school wat minder gaat, als ze ruzie hebben met vrienden of teamgenoten van bijvoorbeeld het voetbalelftal.
Ook vinden jongvolwassenen het ontzettend fijn als ze alles, maar dan ook alles, kunnen bespreken met hun vader en moeder. Van drankmisbruik tot experimenten met drugs. Terwijl er uiteraard ook tussen zitten die liever ver uit de buurt blijven van hun bemoeizieke ouders. In dat opzicht kunnen wij nog veel leren – ook wij ouders moeten groeien en misschien wel volwassen worden. Pubers helpen op hun weg naar volwassenheid, is balanceren op een slap koord. Geven en nemen, duwen en trekken, hollen of stilstaan. Voor mijzelf voelt het als telkens een stukje meer loslaten. Tegelijk laat ik mijn kinderen niet los. Ik kijk en houd altijd een lijntje met ze. Ergens gezellig een op een lunchen is voor mij een manier om in het echte contact te blijven. Tussen de salade en een sandwich schep ik op neutraal terrein ruimte voor hun verhaal. We zijn even bij elkaar en vaak is dat voldoende om onze band aan te scherpen.
De meeste jongvolwassenen zien uiteindelijk ook een huisje-boompje-beestje als het doel in hun bestaan. Een mooi huis, een lieve partner, kinderen en een hond zijn dingen die onze kinderen wensen voor zichzelf. Het liefst willen ze ook ergens in het buitenland wonen, om na een paar jaar terug te keren naar Nederland. Ze realiseren zich dat Nederland een fijne plek is om op te groeien. Iedereen kan studeren. En als het leren moeizaam gaat, staan er vele leraren voor je klaar om je verder te helpen. Sommigen weten hun toekomst overigens meer dan rooskleurig in te vullen. Want, zo menen ze, als je de eerste paar jaar na je studie keihard werkt, dan kun je voldoende geld verdienen met bijvoorbeeld je eigen onderneming om de rest van je leven niets meer te hoeven doen. Met liefde betalen ze de hypotheek van hun ouders of kopen ze een huisje voor ze.
Uit de school geklapt
Op de vraag van Anne van Ginkel: ‘Waarom zitten jouw kinderen op de vrijeschool?’ antwoordt Wien van der Vooren onomwonden: “Zelf was ik op school niet gelukkig, want ik had moeite met alles wat me werd opgelegd. Op de middelbare school kreeg ik er zelfs een depressie van, zo vast liep ik in het systeem. Wel ontmoette ik daar mensen die op een vrijeschool hadden gezeten; door wat zij vertelden, ben ik me erin gaan verdiepen. Daardoor ontdekte ik de antroposofie, dat sprak me aan. Het is spiritueler, het gaat over meebewegen met de natuur. En over je ontwikkelen, je wikkelt je af, totdat je je schaduwkanten kent. Die heb je nodig, het zijn verborgen talenten.
Het past ook echt bij mij; de taal die op een vrijeschool gebezigd wordt, spraken wij thuis ook al. Termen als ‘engelen’ en ‘energie’ zijn bij ons thuis gewone begrippen. Al zei mijn zoon Sil laatst: “Nu is het wel even klaar, met je engelen.” Daar lachen we dan hartelijk om; hij begint te puberen, dus dat hoort erbij. Mijn keuze voor de vrijeschool was dus een duidelijke. Het spreekt me aan dat kinderen in de kleuterklassen in een omhullend lokaal zijn, waar ze vrij kunnen spelen. In die tijd wordt er nog niets cognitiefs aangereikt, behalve als de kinderen daar zelf om vragen. Al is dat natuurlijk per school en per leerkracht verschillend.”
Wien van der Vooren is moeder van Fenna (9) en Sil (12). Fenna zit op Auryn in Zutphen, Sil in de bovenbouw aldaar. Wien vindt de ochtendperiodes mooi. “Dan werken ze een aantal weken aan een thema, bijvoorbeeld ‘van graan naar brood’. Tijdens zo’n periode gaan ze met de kinderen echt naar een akker, om het graan te zien, naar een molen en naar een bakker. Uiteindelijk bakken ze dan zelf, terwijl ze van voor tot achter het proces hebben meegemaakt. Dat maakt veel meer indruk dan wanneer je het alleen maar cognitief, uit een boek krijgt aangereikt.
Zelfs bij cognitieve vakken doen ze het zo. Bij taal beginnen ze met het ontstaan van het letterschrift. Bij rekenen beginnen kinderen met ruilen. Dat is belangrijk, zo leer je nadenken en invoelen wat iets waard is. Maar er zijn ook dingen waar ik minder enthousiast over ben. Het is belangrijk dat het allemaal niet te dogmatisch wordt. Sil kreeg soms als antwoord: Zo doen we dat hier nou eenmaal en dat is onbevredigend. Hij wilde niet breien, maar moest dat toch. Terwijl hij wel wilde haken want dat bracht hem in een meditatieve sfeer, maar met zijn breiwerk kreeg hij steeds ruzie. Hij moest en zou toch breien. Ook in het religieuze ontmoet ik soms dogmatiek. Het is mooi dat kinderen cultuur krijgen aangereikt, maar er mag wat mij betreft meer licht en luchtigheid in.”
Ouders, leerkrachten, kinderen
Wien heeft zich wel verdiept in de (antroposofische) achtergrond van de school. “We vormen samen een gemeenschap en daarbinnen wil ik graag meedenken. Ik hoef niet meer te weten, want ik weet al heel veel. Leerkrachten hebben geleerd om vorm te geven aan worden wie je bent, maar soms wil ik me daar graag in mengen. Omdat ik vind dat er nog een slag geslagen mag worden. De nieuwe lichting kinderen is vaak zelf al als leerkracht geboren, dus we mogen goed naar ze luisteren. Zij gaan het hele onderwijs omvormen. Eerst vanuit het hart en dan vanuit de geest. Ik kijk ernaar uit.”
De Vereniging voor Vrije Opvoedkunst (opgericht in 1928, met nu ca 1500 leden/abonnees) is een landelijke vereniging voor iedereen die de vrijeschoolopvoedkunst, zowel binnen als buiten de vrijescholen, een warm hart toedraagt. De vereniging biedt een platform voor ouders, docenten en belangstellenden ter verdieping van een opvoedkunst gebaseerd op de antroposofie.
Het tijdschrift Vrije Opvoedkunst verschijnt vier keer per jaar. De vereniging is ook de uitgever van het vaktijdschrift voor vrijeschoolleraren: de Lerarenbrieven, en van andere publicaties gerelateerd aan de vrijeschoolpedagogie.
Vereniging voor Vrije Opvoedkunst, Molenvliet 442, 3076 CM Rotterdam, 010-229 82 22 (Beperkt bereikbaar. Graag voice-mail inspreken),
Dit artikel verscheen in Motief 293 van juni 2025