Motief 283, juni 2024
Recht doen aan vrijheid…
Met vijf bestuursleden konden we aanwezig zijn bij de algemene ledenvergadering in Dornach. Het was een intense ervaring, met veel stilzitten en luisteren in de grote zaal van het Goetheanum en tegelijkertijd veel innerlijke beweging en beroering.
Deze Generalversammlung van de Allgemeine Anthroposophische Gesellschaft had het thema: Hoe doen we recht aan de vrijheid van de mensen in onze vereniging? Waarom nu juist dít thema? Uit de bijdragen die door leden werden ingebracht, bleek dat er behoefte was aan meer inspraak bij besluitvormingsprocessen, bijvoorbeeld rondom de keuze voor nieuwe bestuursleden of sectieleiders, of bij de beleidsvoering in het Goetheanum. Aan de andere kant gaven de leden van de Goetheanum-leiding aan, dat hun werk en dat van de secties alleen vanuit vrijheid gedaan kan worden en dat dat om vertrouwen vraagt.
Het mooie was, dat er sinds de vergadering vorig jaar in Dornach dialooggroepen zijn gevormd, waarin thema’s besproken, van alle kanten bekeken en afgewogen konden worden. Dat had tot gevolg dat een heel aantal punten dit keer niet als motie werden ingebracht, maar als voorstel, initiatief, of als vraag om verder te mogen werken in zo’n groep, omdat het proces nog niet klaar was. Eigenlijk liet deze vergadering zélf al zien, dat aan vrijheid geen recht wordt gedaan door alleen maar ergens voor of tegen te stemmen en dan de meerderheid van stemmen te laten besluiten. Juist bij het luisteren naar elkaar en het aangaan van een gezamenlijk proces, kan die vrijheid er zijn tegelijkertijd met het verenigd zijn.
Het volgende citaat van Rudolf Steiner is treffend (GA 54, blz. 196-197): “Het is veel krachtiger om te kunnen luisteren terwijl de ander spreekt, dan hem in de rede te vallen. Dat geeft een heel ander onderling begrip. U voelt dan alsof de ziel van de ander u verwarmt, verlicht, als u haar met absolute tolerantie tegemoet treedt. Niet alleen de vrijheid van de persoon moeten we gunnen, maar volledige vrijheid, ja zelfs de vrijheid van de vreemde mening moeten we op waarde schatten. (…) Degene die de ander in de rede valt, die doet vanuit een spirituele wereldbeschouwing bekeken iets wat lijkt op het aan de ander fysiek een schop geven. Brengt men het zover om dit (…) te begrijpen, pas dan komt men ertoe de broederlijkheid tot in de ziel te begrijpen, dan wordt dat een feit.”
Dat wekt besef voor de weg die we kunnen gaan.
Anselma Remmers