Motief van Immanuel Baan
Vorm geven aan oneindige liefde
“We weten allemaal dat de dood bij het leven hoort, maar in onze maatschappij is die soms ver weggestopt,” zegt uitvaartbegeleider Immanuel Baan (45). Hij noemt zichzelf nadrukkelijk begeleider, geen uitvaartondernemer. Want niet het ondernemen, maar het begeleiden van de naasten en het zoeken naar een passende vorm voor een uitvaart drijft hem. Liefst al vóór het overlijden: “Ik wil mensen inspireren om over sterven en het leven na de dood na te denken.”
Tekst: Cisly Burcksen
Beeld: Ellen Teunissen
Er ging een lange weg aan vooraf voordat Immanuel de uitvaartbranche als werkveld ontdekte. Eerst studeerde hij evenementenorganisatie, maar brak de studie af. “Ik begon eraan door mijn ervaringen met het organiseren van de Christengemeenschapskampen. Op die kampen kwam een soort magie in ontmoetingen vrij. Dat vond ik zo mooi, daar wilde ik iets mee doen. Maar bij die opleiding bleek het alleen maar over commercie te gaan,” legt hij uit. Er volgde een zoektocht langs verschillende banen die altijd wel iets met organiseren te maken hadden.
Aan uitvaarten organiseren dacht hij nog niet, hoewel hij is opgegroeid met het idee dat leven en dood met elkaar verweven zijn. “Mijn vader is priester in de Christengemeenschap, het thema kwam thuis vaak ter sprake. Mijn ouders kregen een kindje dat na drie dagen stierf. Ik heb hem niet meegemaakt, maar hij is altijd onderdeel van ons gezin gebleven. Het leven met de gestorvenen was daardoor heel normaal voor mij.” De aanzet om in de uitvaartbranche te gaan werken, kwam al ver voordat hij aan de opleiding tot uitvaartverzorger begon. “Mijn oma leefde nog en zij vroeg of ik haar uitvaart wilde regelen als het zover was. Ze heeft toen nog jaren geleefd. Later heb ik inderdaad samen met een uitvaartondernemer haar afscheid vormgegeven. Toen we na afloop nog wat gingen eten met de familie, zeiden mijn vrouw en mijn moeder: “Is dit niets voor jou?” Ze zagen iets aan mij wat ik zelf nog niet had ontdekt.”
Rouwbakfiets
Het afstudeergesprek van de uitvaartopleiding viel op de geboortedag van zijn oma, en nog dezelfde dag vroeg een kennis hem de uitvaart van diens moeder te verzorgen. “Ik was er nog niet uit of ik meteen voor mezelf zou beginnen of eerst ervaring wilde opdoen bij een andere uitvaartorganisatie, maar door deze vraag ‘werd de beslissing genomen’ en begon ik met mijn eigen onderneming.”
Telkens gaat hij met de naasten op zoek naar wat passend is. Zo kwam de vraag naar een rouwbakfiets. “Een gezin dat ik begeleidde in Amersfoort wilde graag alles zo duurzaam en lokaal mogelijk. Een rouwauto paste niet bij de situatie, want alles was dichtbij en iedereen kwam op de fiets. Na wat zoekwerk vond ik een bakfiets; groot genoeg om er een mand of kist mee te vervoeren. Sinds die tijd gebruik ik de rouwbakfiets vaak. Het mooie is dat de familie er zelf mee kan fietsen. Zelf iets doen helpt mensen in het hele proces, dan voelen ze zich dichter bij hun overleden dierbare.”
Meebewegen
Hoewel hij ook veel mensen buiten de antroposofie begeleidt, is dit gedachtegoed erg belangrijk in zijn werk. “Zonder die achtergrond zou ik dit werk niet op deze manier kunnen doen,” stelt Immanuel. “Dat zou oppervlakkig worden. Wat me inspireert is dat alle mogelijke emoties en gevoelens rond een afscheid – verdriet, boosheid, dankbaarheid – zijn terug te voeren op oneindige liefde. Bij een afscheid werk je met hoofd, hart en handen aan die liefde.” Hij zou graag meer bewustzijn creëren voor de vele onbekende mogelijkheden die er zijn om een uitvaart echt persoonlijk en passend te maken: “Ook vóór het stervensproces al, kun je met elkaar of met een uitvaartbegeleider bespreken wat er mogelijk is en wat je wilt bij een afscheid en waarom. We kunnen nog zo veel toevoegen aan onze westerse stervenscultuur en ruimte geven om de gestorvenen te laten meebewegen in het aardse afscheid.”
Dit artikel verscheen in Motief 267 van november 2022