Motief van… Pauline ten Böhmer
Multidisciplinaire verhalen vertellen
Tekst en beeld: Cisly Burcksen
Hoe maak je theater tijdens een pandemie? Door de coronamaatregelen kreeg de culturele sector het afgelopen jaar de zoveelste tegenslag te verduren. Achter de schermen blijven de makers echter mooie dingen creëren, in afwachting van het moment dat ze deze weer kunnen presenteren aan het publiek. Actrice, zangeres en theatermaakster Pauline ten Böhmer (35) werkt aan een multidisciplinaire voorstelling met de werktitel ‘Edda’, over het zoeken naar vrijheid binnen beperkingen. “Dat de overheid kunst niet als essentieel ziet is onterecht. Mensen knappen er zo van op!”
Drie jaar geleden ontmoette Pauline Edda Schönhertz, voormalig tv-presentatrice in de DDR. Onder het Oostduitse regime maakte Schönhertz wat er van haar verlangd werd, maar ze voelde zich steeds minder vrij en informeerde op een dag eens naar de mogelijkheden om naar het westen te gaan.
Dat kwam haar duur te staan: alleen al voor het inwinnen van die informatie werd ze opgesloten in de Stasigevangenis. “Dat was mensonterend, maar ze wist te ontsnappen. Ook in haar binnenwereld, daardoor bleef ze vrij. Door de pandemie moest ik telkens aan haar denken en besloot ik deze voorstelling nu te maken. Ik wil haar verhaal graag delen, want dit is waarmee we nu te maken krijgen.”
Het duurde even voor ze zich had herpakt, nadat vorig jaar maart van de ene op de andere dag alle theaters hun deuren sloten. “In de eerste lockdown kon ik niets maken,” vertelt Pauline.“Ik was aan het incasseren. Je probeert een balans te vinden tussen de stress en angst die je leven binnenkomen, terwijl het eigenlijk gewoon goed gaat. Pas in het najaar was ik er weer klaar voor om iets te maken. Dit thema kwam toen steeds terug; vrijheid is niet vanzelfsprekend. De overheid kan ineens iets beslissen. Het is natuurlijk geen een-op-een-vergelijking met verhaal van Edda, maar er zijn wel raakvlakken.”
Vrijeschooljeugd
Pauline groeide op in een antroposofisch gezin en doorliep de onder- en bovenbouw van de vrijeschool in Nijmegen. Daar werd de basis gelegd voor haar theatercarrière. “Als klein meisje was ik best verlegen, maar ik merkte dat ik me op het toneel helemaal vrij kon voelen. Ik heb in mooie schoolproducties gestaan en mocht vaak hoofdrollen spelen. Ik ben heel idealistisch en daar was veel ruimte voor op school. Dat heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan mijn vertrouwen dat we een betere wereld kunnen creëren, en dat ik daaraan kan bijdragen.” Naast haar werk als theatermaker is Pauline ook als theater- en muziekdocent actief. Toch koos ze ervoor om juist niet op vrijescholen les te geven. “Dat voedende klimaat dat ik daar heb ervaren, wil ik juist graag ook op reguliere scholen brengen. Daar is mijn inbreng veel harder nodig.”
Alternatieve werkelijkheid
In haar voorstellingen staat het vertellen van verhalen centraal. “Dat is wat ik het liefste doe. Ik maak graag muziektheater, omdat het verhaal dan op verschillende niveaus bij het publiek binnenkomt.” Haar aankomende voorstelling, die ze maakt in samenwerking met het Haagse Koorenhuis, wordt dan ook multidisciplinair. Bovendien wil ze hiervoor moderne technologie inzetten. “Extra actueel in coronatijd, maar überhaupt vind ik het een interessant gegeven dat je een alternatieve werkelijkheid kunt creëren als je aldoor op je telefoon zit. Idealiter wil ik werken met een avatar op het podium, en met kleding waarmee je het licht en geluid kunt manipuleren. Maar er zal ook veel aan de verbeelding van het publiek worden overgelaten.” Daarmee hoopt ze ook de innerlijke vrijheid van het publiek te stimuleren. Want die hangt samen met verbeeldingskracht en het vermogen om je te verwonderen. “Zelf loop ik het liefst de hele dag rond met een ‘innerlijk kind-blik’, me verwonderend en verbazend over alles wat ik zie en meemaak. Mijn moeder is jong overleden en in de periode dat zij ziek was, hebben we met ons gezin veel genoten van kleine dingen en in het moment te leven. Dat hou ik graag levend.”
Meer informatie en speeldata: inhetkoorenhuis.nl
Dit artikel verscheen in Motief, het ledenblad van de Antroposofische Vereniging in Nederland (editie zomer 2021).