Motief van Hanne Ludwig-van Tricht
Menswaardige kleding maken
In spiritueel geïnteresseerde kringen wordt mode vaak als iets oppervlakkigs gezien. Maar bij het werk van modeontwerpster en oud-vrijescholier Hanne Ludwig-van Tricht (41) is de antroposofie verweven met elk aspect van het maakproces van haar ontwerpen. “Het ligt als een laag onder alles wat ik doe.”
Tekst: Cisly Burcksen
Beeld: Julia Grudda
Bij de term menswaardige kleding denk je aan goede arbeidsomstandigheden, eerlijke vergoeding voor de makers en duurzame productie. Maar voor Hanne Ludwig-van Tricht gaat het verder: “Het betekent ook dat jij je gedragen voelt door de kleding en je gesterkt voelt door bijvoorbeeld de kleur en het materiaal. Vergelijkbaar met een harnas: het geeft je kracht, maakt je sterk en verder hoef je niet meer erover na te denken. Dat geeft vrijheid.” Hanne werkt met natuurlijke materialen, maar bijvoorbeeld niet met zijde. “Het is prachtig, maar ook heel kwetsbaar. Zo mooi dat je daarin eigenlijk niet durft te leven. Ik gebruik stoffen die tegen een stootje kunnen, zoals wol, katoen en linnen. Niet voor niets werd daarvan vroeger werkkleding gemaakt.”
Lange aanloop
Sinds vorig jaar heeft ze haar eigen kledingmerk: VAN TRICHT. Daaraan ging een lange route vooraf: “Toen ik zeventien was wilde ik dat eigenlijk al, maar ik zag ook de problematische kanten van de kledingindustrie. Daarom koos ik voor een studie Beeldhouwen aan de Alanus Hochschule,” vertelt ze. “Nadat ik me de eerste twee jaar had uitgeleefd op hout en steen, begon ik in het derde jaar draagbare sculpturen te maken en de ruimte rondom het menselijk lichaam te verkennen.” Dat wakkerde de oude vlam aan, dus na het afronden van deze studie volgde ze de opleiding Modevormgeving aan de AMD in Hamburg. Toch zou het nog jaren duren voor haar eigen collectie op de markt kwam. “Op de modeacademie had ik niet geleerd hoe ik een business moest opzetten. Via diverse banen in de modebranche leerde ik hoe het systeem werkt. Tegelijkertijd werd ik me ervan bewust wat ik anders wilde doen. Als accountmanager bij Floris van Bommel heb ik veel geleerd op commercieel gebied: wholesale, klantcontact verzorgen, onderhandelen,” vertelt Hanne. In 2024 moest Van Bommel het team verkleinen en afscheid van haar nemen. Ze koerste toen al richting haar eigen collectie. “Het was eigenlijk een groot geluk dat dit zo uitkwam. Een ww-uitkering gaf me de ruimte om alles te doen wat nodig was om de collectie in de wereld te zetten.”
Individuele klederdracht
Voor het ontwerp en de productie liet Hanne zich inspireren door klederdrachten en ambachtelijke tradities. “De zinvolle versieringen van klederdracht drukken iets uit van de mensen die deze kleding dragen, hun verbondenheid als lokale of regionale groep. Daarin herken ik de antroposofie,” legt ze uit. “Ik wil niet als een modepaus beslissen wat iedereen moet dragen, daarvoor zijn mensen veel te verschillend. Maar mijn kleding is te dragen als individuele klederdracht, die een zinvolle verbinding tussen binnen- en buitenwereld tot stand brengt.” De truien die ze ontwerpt, worden op kleine schaal gebreid in België en vervolgens geverfd in Zwitserland, door een vrouw die zelf verf maakt van planten. “Ik weet wie er betrokken zijn en liefde, toewijding en aandacht erin gestopt hebben. Dit hebben onze voorwerpen nodig, in deze tijd. Maar ... die oude ambachten gaan altijd gepaard met moderne vormgeving. Ik zou ook niet terug willen naar vroeger.”
In de vezels
De som der delen van deze productieketen resulteert in kledingstukken waarin de antroposofie als het ware in de vezels zit. Het besef van een bovenzinnelijke wereld en de relatie die we als mens daarmee hebben, is verweven met Hanne’s werkwijze: “Als ik bijvoorbeeld door een bos loop, neem ik de vormen en texturen die daar zijn in me op. Dat verteer ik en dan komen ze in een bepaalde harmonie naar buiten in een ontwerp. In de plantaardige verfstoffen ervaar ik de verbinding met de geestelijke wereld sterk: een plant groeit, wezens hebben daarop ingewerkt en mensen de inspiratie geschonken om ermee te gaan verven. Al deze lagen maken deel uit van het eindproduct.”
Dit artikel verscheen in Motief 295 van september 2025